Besluit van de redenaar na Bouwstuk over maconnieke waakzaamheid

Een conservatief réveil, dat kan alleen zo gezegd worden door wie jong en hoopvol was in die korte periode tussen de jaren ’60 en 2000. Een ‘slot’ vol hoop, die gestoeld was op de periode van heropbouw na de Tweede Wereldoorlog.

We zouden alle grenzen openen, alle muren omver gooien, alle regels overboord. Onze persoonlijke vrijheid, ons persoonlijk welbevinden, onze persoonlijke groei waren het hoogste goed. Vrijheid en gelijkheid het motto.

In de jaren ’70 al bedachten een groep maçons zich met het epiteton ‘Progressieve vrijmetselarij’, zij pleitten voor maatschappelijk engagement, voor openheid, voor publieke stellingnames. Zo ver kwam het echter toen ook niet. Herinner u de ontgoocheling van B:. Leo Apostel toen de maçonnerie zich niet uitsprak in de rakettenkwestie begin jaren ’80. Ontgoocheling die hem van de vrijmetselarij verwijderde. Wellicht is goed georganiseerd lobbywerk op de juiste plaatsen efficiënter. Al spelen we hier ook in verspreide slagorde.

Met de economisch slechtere tijden is de afgelopen jaren angst weer in het hart van de burger geslopen. Angst is de beste voedingsbodem voor het aanwakkeren van behoudsgezinde reflexen, angst is brandstof voor goddelijke vlammen in de oude en in de nieuwe wereld. Een angstig klimaat is een groot feest voor wie zich graag bedient van echte of vermeende macht.

Wij spreken daarover in onze tempels. Omdat we er dagelijks mee moeten leven. En het is goed dat we erover kunnen spreken. Ook al bieden onze gesprekken niet steeds een uitweg voor onze eigen angsten, geen paden naar directe verbetering.

Toch proberen wij, BB:. en ZZ:., de duisternis van deze tijden te blijven bestrijden met het licht van de rede. En we horen inderdaad steeds meer dat progressief en conservatief, links en rechts, betekenisloze termen dreigen te worden in deze roerige tijden.

Maar er zijn waarden die ik als maçon wil blijven verdedigen. Ik kan echter alleen in eigen naam spreken. En zoals een B:. het zei : ik voel me soms alleen en weet niet wie mij politiek vertegenwoordigt.

De vrijheid. Zeker de vrijheid van de minderheid op wereldschaal, van ongelovigen naast de massa gelovigen die zich steeds luidruchtiger en barbaarser manifesteren. De vrijheid van denken en handelen.

De gelijkheid ook. De gelijkheid tussen man en vrouw bijvoorbeeld. Wat verworven werd met veel strijd en moeite, wil ik nooit meer opgeven. De gelijkheid van kansen ook voor wie bij de laagste sport moet beginnen omdat hij of zij daar nu eenmaal geboren is.

De broederlijkheid. Met een klare kijk proberen die in stand te houden, zonder paternalistisch of neerbuigend om te gaan met wie minder heeft of anders is dan ik. Vertrouwend op zijn of haar kracht en die ondersteunend.

Ik kan echter alleen voor mezelf spreken. Elke individuele vrijmetselaar wordt geacht zijn plichten te vervullen in deze maatschappij, in deze tijden.